Laatste-Getuige-Frank-Krake

Op 2 mei overleed Wim Aloserij, op 94-jarige leeftijd. In Hamburg waar hij was voor een Tweede Wereldoorlog herdenking. En twee dagen voor hij zou spreken op onze Nationale Dodenherdenking en zijn opmerkelijke verhaal zou doen over zijn vreselijke belevenissen in Duitse gevangenschap en de scheepsramp die hij daarbij overleefde.

Ik had Wim Aloserij precies drie weken eerder ontmoet tijdens een presentatie van zijn boek De Laatste Getuige. Aloserij oogde zijn leeftijd, maar had zonder de uitgestoken hand te pakken het podium beklommen om zijn verhaal te doen: Geroutineerd maar boeiend en met overtuiging. Een charmante man, jeugdige blik, waar de Amsterdamse branie en humor nog duidelijk van afspatte.

Na afloop begroette ik hem en spraken we af om op een rustig moment nog eens verder te praten.

veerkracht ontwikkeling, Natasja Kardos met Wim Aloserij

Foto: Frederike Scholing

 

Ik was met name nieuwsgierig naar wat het was dat hem kracht had gegeven en de wil om door te gaan en waarom hij vijftig jaar had gewacht met zijn verhaal te doen.

Dat moment zal er helaas niet meer komen. Maar wat Wim Aloserij vertelde tijdens de presentatie van zijn boek vergeet ik niet meer.

Voor wie nieuwsgierig is naar het hele verhaal raad ik aan het als-een-trein-lezende boek te lezen.

In het kort kwam Aloserij als 19-jarige jongen uit de Amsterdamse Kattenburgbuurt in 1943 in een Duits werkkamp en vervolgens in strafkamp Neuengamme terecht. Vlak voor de bevrijding werd hij op het passagierschip Cap Arcona geplaatst dat, waarschijnlijk vanwege de aanwezigheid van veel SS-ers, door de geallieerden werd gebombardeerd.

Aloserij overleefde de afschuwelijke omstandigheden, waarbij zoveel mensen de dood vonden en keerde in 1945 terug bij zijn familie. Volgens zijn moeder had Maria hem gered. Wim had geantwoord dat hij Maria ‘anders niet had gezien in het kamp’.

Wat mij met name opviel waren de tal van veerkrachtige momenten in zijn verhaal. En de rode draad die ik ontdekte was dat Wim Aloserij constant had gezocht naar mogelijkheden waarop hij iets kon veranderen aan zijn situatie.

Ik moest meteen denken aan het fenomeen learned helplessness, aangeleerde hulpeloosheid, waar de grondlegger van de Positieve Psychologie, Martin Seligman in de jaren ’60 (toen proeven met dieren ook tot zijn spijt nog waren toegestaan) baanbrekende resultaten mee scoorde.

In dit experiment kan een hond invloed uitoefenen om een schok te ontlopen of om uit een kooi te ontsnappen. Een andere hond kan zelf geen invloed uitoefenen en leert daardoor ook niet om zijn omstandigheden te veranderen. Zelfs wanneer er mogelijkheden tot verbetering in zijn situatie zijn, blijft de laatste hond passief en hulpeloos.

Misschien klinkt deze vergelijking wat cru, maar ik bedoel hiermee dat wanneer blijkt dat je iets, hoe klein ook, kunt doen om je omstandigheden te verbeteren dat effect zal hebben en passiviteit, hulpeloosheid en, volgens Seligman, ook kans op bijvoorbeeld depressiviteit doet verminderen.

En zo was het ook met Wim Aloserij. Waar hij kon versierde hij in het kamp baantjes, door zich aan te bieden voor werkzaamheden, door zich op de plaatsen die hij(!) uitkoos nuttig te maken of door goederen te organiseren en te ruilen.

Zo werd er op een gegeven moment aan de gevangenen gevraagd of er een schilder was. Zonder te weten om wat voor klus het ging en zonder enkele schilderservaring stak Wim Aloserij zijn hand op. Of het moment dat hij gebruik kon maken van wat chaos en zich in plaats van naar het appel te gaan meldde bij dokter om voor hem karweitjes te doen.

Deze initiatieven waren uiterst risicovol want de kans op ontdekking was zeer groot, maar zijn acties leverden hem mogelijkheden op die het verschil konden maken tussen leven en dood en geven hem het gevoel een kleine stempel te drukken op zijn lot.

Het veerkrachtig blijven zoeken naar mogelijkheden voor verbetering onder zeer extreme omstandigheden hoorde misschien wel bij het karakter van Wim Aloserij. Gevoelsmatig wist hij misschien ook dat wanneer hij in de afwachtende slachtofferrol zou kruipen hem dit waarschijnlijk duur zou komen te staan.

Negatieve gedachten die hem af konden laten zakken naar wanhoop en opgeven liet hij eenvoudigweg niet toe, zei hij. Bezig blijven, de ogen open en oren gespitst en verder onopgemerkt opgaan in de massa waren zijn manieren om de kans op overleven zo groot mogelijk te maken.

Wat mij verder opviel uit zijn verhaal was de misschien niet zo voor de hand liggende bron voor veerkracht. Tijdens zijn internering in het kamp kwam hij voor het eerst in aanraking met Jehova’s getuigen. De rustige standvastigheid van deze mensen om op geen enkele manier bij oorlog betrokken te willen zijn – en dus ook niet een bijdrage te willen leveren door te werken – trok Aloserij enorm aan.

Na de oorlog lieten Wim en zijn vrouw zich dopen en sloten zij zich aan bij de Jehova’s getuigen. Zijn geloof heeft hem veerkracht gegeven om met alle gebeurtenissen om te kunnen gaan. Tot zijn dood verkondigde hij hun boodschap en kon hij af en toe bij zijn huisbezoeken ook woorden geven aan zijn herinneringen.

De Laatste Getuige is niet meer, maar zijn getuigenis nog wel. En de lessen in veerkracht die wij eruit kunnen trekken.

Wim Aloserij

(foto met dank aan Uitgeverij Achtbaan)